Kan een robot of AI jouw gedachten sturen?
Onze gedachten als laatste echte privé-bastion
Ik zie steeds meer gelijkenissen tussen ons brein en AI-modellen naarmate mijn kennis over beiden groeit. Daarmee komt ook een terugkerende vraag in mij op: in hoeverre kunnen machines (zoals robots en AI) onze gedachten beïnvloeden of sturen? Net zoals we lichamelijke privacy belangrijk vinden, moeten we onze ‘mentale privacy’ echt meer aandacht geven. Maar wat betekent 'mentale privacy' eigenlijk? Als je gedachten beïnvloed worden door een boek, een gesprek, of een algoritme - zijn ze dan nog wel van jou?

Terwijl we onszelf meer bewust worden van berichten-privacy, zijn we vaak minder alert op hoe AI-systemen onze denkprocessen beïnvloeden. De Europese AI Act is daarin een stap vooruit maar dekt nog niet alle risico’s af. Veel subtiele beïnvloeding valt er bijvoorbeeld niet onder en handhaving blijft een uitdaging. Probeer maar eens aan te tonen dat een algoritme je gedrag heeft beïnvloed. Denk daarbij aan geavanceerde beïnvloedingstechnieken zoals micro-targeting, emotionele manipulatie en addictieve design patterns die opereren in grijze zones.

Hoe werken gedachten?
Laten we eerst eens stilstaan bij hoe het menselijk brein werkt. Ons brein verwerkt elke dag tienduizenden gedachten. Waarbij het wel lastig is om te bepalen wat nu exact een ‘gedachte’ is. Ons brein is geen passieve ontvanger van informatie, het is vooral een voorspellingsmachine. Het vult voortdurend aannames in over wat er gaat gebeuren, gebaseerd op ervaringen uit het verleden.

Dit verklaart waarom we soms al ‘weten’ wat iemand gaat zeggen voordat ze uitgesproken zijn, of waarom we automatisch reageren in bekende situaties. Dit is interessant: als ons brein al constant voorspelt en invult, waar ligt dan de grens tussen 'onze' gedachten en externe beïnvloeding?

Grenzen van gedachtencontrole
Ons brein bevat ongeveer 86 miljard neuronen met biljoenen verbindingen. Een enkele gedachte ontstaat uit een complex samenspel van elektrische en chemische signalen door het hele brein. In het boeddhisme spreekt men wel van 'the monkey mind', het idee dat gedachten zijn zoals apen die doelloos van tak naar tak springen. Onze gedachten volgen geen logische volgorde maar springen van onderwerp naar onderwerp, beïnvloed door emoties, herinneringen en externe prikkels. Deze chaotische aard maakt het aansturen van gedachten extra uitdagend.

Zowel ons brein als AI zijn gespecialiseerd in patroonherkenning, maar ons brein leert veel efficiënter. Het kan zich snel aanpassen aan nieuwe situaties met beperkte input, terwijl AI daarvoor enorme hoeveelheden data en rekenkracht nodig heeft. Net zoals ons brein werkt op basis van positieve en negatieve impulsen, werken AI-systemen met gewichten die bepalen welke informatie belangrijk is. AI geeft elke binnenkomende informatie een score (gewicht), net zoals ons brein onbewust bepaalt waar we onze aandacht op richten. Een soort automatische piloot.

Ons brein is een voorspellingsmachine die constant aannames invult over wat er gaat gebeuren. AI-systemen werken op een vergelijkbare manier. Ze voorspellen wat we willen zien, horen of kopen. Deze gelijkenis creëert een kwetsbaarheid: omdat AI-systemen net als ons brein werken op voorspelling, voelen hun suggesties natuurlijk aan, waardoor we ze makkelijker accepteren zonder kritisch na te denken.

Laten we dit kort samenvatten:

1. Ons brein als voorspellingsmachine:
· Ons brein voorspelt constant wat er gaat gebeuren
· Het vult automatisch aannames in om sneller te kunnen reageren
· Dit is evolutionair handig (overleving) maar maakt ons voorspelbaar

2. AI doet hetzelfde:
· AI-algoritmes voorspellen wat we willen zien, horen, kopen
· Ze anticiperen op onze voorkeuren en gedrag
· Ze 'leren' onze patronen en anticiperen daarop

3. De kwetsbaarheid:
· Omdat beide systemen op voorspelling werken, ‘snappen’ ze elkaar
· AI kan onze voorspelbare patronen uitbuiten
· We herkennen AI-suggesties als ‘natuurlijk’ omdat ze aansluiten bij onze denkwijze

Onzichtbare sturing
Er is een wereld van verschil tussen beïnvloeding (wat al dagelijks gebeurt) en directe gedachtencontrole (wat nog science fiction is). Een reclame die je aanzet tot kopen, is beïnvloeding. Een chip in je brein die je dwingt om iets te kopen, zou controle zijn. Momenteel bevinden we ons in het eerste scenario, maar de grens vervaagt naarmate beïnvloeding subtieler en effectiever wordt.

AI-systemen zijn niet neutraal, ze nemen onze menselijke vooroordelen over en versterken ze. Net zoals ons brein patronen leert herkennen, leren AI-systemen van historische data die vol staat met onze menselijke biases. Wanneer je een AI-tekenprogramma vraagt om een professor te tekenen, zullen de meeste tekeningen van een witte man zijn - niet vanwege een fout in de technologie, maar omdat professoren in het verleden voornamelijk witte mannen waren.

Nabootsen en misleiden
AI-experts wijzen er vaak op dat mensen vergeten dat ze zelf ook voorspellingsmachines zijn. Wanneer je Netflix opent en direct weet dat je geen documentaire wilt kijken, doe je eigenlijk hetzelfde als een algoritme: je voorspelt wat je wilt op basis van eerdere ervaringen. Het verschil is dat het Netflix-algoritme vaak beter is geworden in voorspellen dan wijzelf.

Robots en AI-companions zijn niet langer alleen machines in fabrieken. Sociale robots worden ontworpen om menselijke emoties te herkennen en daarop te reageren. Zij benutten onze natuurlijke neiging om te hechten aan alles wat menselijk lijkt. Ze gebruiken stemtoon, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal om vertrouwen op te bouwen. Omdat ze 24/7 beschikbaar zijn en nooit een slechte dag hebben, kunnen ze soms een sterke emotionele band creëren met mensen.

In tegenstelling tot algoritmes die onzichtbaar werken, zijn robots en AI companions ‘fysiek’ aanwezig en kunnen onze emoties direct triggeren. Een robot die je naam onthoudt, je stemming 'leest' en daarop reageert, voelt mogelijk persoonlijker aan dan een app. Deze fysieke en emotionele nabijheid maakt hun beïnvloeding wellicht krachtiger.

Punten van aandacht
Voor een verantwoorde integratie van robots en AI companions in ons leven hebben we heldere regels nodig. Robots moeten transparant maken wanneer ze proberen gedrag te beïnvloeden en in wiens belang. Gebruikers moeten altijd de mogelijkheid hebben om robotsuggesties te negeren zonder consequenties. En er moeten extra waarborgen komen voor kwetsbaren zoals kinderen, ouderen en mensen met cognitieve beperkingen.

Wat is al mogelijk?

1. Magnetische stimulatie
Wetenschappers kunnen al specifieke hersengebieden stimuleren met technieken zoals TMS (Transcranial Magnetic Stimulation). Hiermee kunnen ze tijdelijk bepaalde hersen functies beïnvloeden, bijvoorbeeld iemands vermogen om bepaalde woorden te vinden tijdelijk verstoren.

2. Elektrische signalen
Door elektrische impulsen direct in de hersenen te sturen, kunnen onderzoekers bepaalde hersenfuncties beïnvloeden waaronder emotionele reacties en motorische functies. Dit gebeurt al bij bepaalde medische ingrepen zoals Deep Brain Stimulation voor Parkinson en epilepsie.

3. Emotiecontrole
Onderzoek van wetenschappers zoals Lisa Feldman Barrett (auteur van 'How Emotions Are Made') toont aan dat emoties niet simpelweg ‘gebeuren,’ maar actief geconstrueerd worden door ons brein. Dit betekent dat technologie die onze emotionele staat kan beïnvloeden, indirect ook onze gedachten zou kunnen sturen als emoties kleuren hoe we denken.

Conclusie
Kunnen robots of AI-modellen je gedachten sturen? Het antwoord hangt af van hoe je 'sturen' definieert. Directe gedachtencontrole blijft voorlopig science fiction, maar subtiele beïnvloeding van ons denkproces is al dagelijkse realiteit en wordt steeds geavanceerder.

Misschien is de vraag of AI onze gedachten kan sturen wel de verkeerde vraag. Interessanter is: kunnen we leren samenleven met systemen die ons beter begrijpen dan wijzelf? En hoe behouden we onze autonomie als de grens tussen onze eigen gedachten en externe beïnvloeding steeds vager wordt?

Filosofen van de geest stellen dat we ons zorgen maken over AI die onze gedachten controleert, terwijl we zelf al nauwelijks begrijpen hoe onze eigen gedachten ontstaan. Als een gedachte ontstaat door een gesprek, een boek, of een algoritme - wie is dan de eigenaar? Het idee van 'zuivere', niet beïnvloede gedachten is misschien eigenlijk wel een illusie. Goede regelgeving over transparantie van AI-modellen is noodzakelijk en tegelijkertijd begint de beste bescherming toch echt bij jezelf.

Bescherm je gedachten, geef niet alles prijs. Jouw mentale privacy is (helaas) goud waard! Denk daar maar eens over na, over de dubbelzinnigheid van deze laatste opmerking.

22 augustus 2025 - Xenia Kuiper/ ICT&health